Blok 8 : "Pondok Pelangi"

23 februari 2024 - Jakarta Capital Region, Indonesië

Pondok-Pelangi 

In dit artikel neem ik jullie mee naar de plek in Jakarta-Zuid waar Pondok-Pelangi (Regenboog huisje) ligt. Pondok-Pelangi is de plek waar ik zoals vele andere geadopteerde kinderen uit Indonesië werd opgevangen voordat ik naar Nederlands vertrok. Het ligt in een buurt waar op slechts een paar vierkante kilometer de tegenstellingen in de leefomstandigheden van de inwoners enorm zijn. 

Sinds mijn twaalfde levensjaar ben ik op zoek naar mijn biologische familie. Die speurtocht begon met een speciaal roots verzoek aan Stichting Wereldkinderen. Via deze instantie ben ik ook geadopteerd. Achteraf weet ik dat de adoptiepapieren in orde waren, maar bijna 30 jaar had ik het probleem dat alle gegevens over mijn moeder zorgvuldig werden afgeschermd door de instantie die de gegevens bewaarde. Het moet een wisseling van de wacht zijn geweest en de verjaring van mijn dossier dat in mijn 40ste deze gegevens wel ineens beschikbaar kwamen.  Daarom in die 30-jarige zoektocht, bij gebrek aan iets concreets, probeerde ik herkenning te vinden in de mensen en de cultuur van Indonesië. Ook ben ik erg veel waarde gaan hechten aan de plekken waar mijn moeder geweest zou kunnen zijn in Jakarta. Tijdens mijn reizen ging ik veel naar die plekken toe in de hoop ook maar iets van een gevoel te krijgen bij haar lot. De informatie over deze plekken heb ik van mijn Nederlandse ouders. Toen ze mij in 1979 ophaalden uit Jakarta was het voor hen de grootste reis uit leven. Hun herinneringen en beschrijvingen van deze plekken komen sinds mijn jeugd in mijn dromen voor. De verbeelding over deze plekken werd versterkt doordat mijn vader grote delen van de reis heeft gefilmd. Als ik mijn ogen sluit zie ik die beelden van de plekken waar ik tijdens mijn zoektocht waarde aan ben gaan hechten nog steeds voor me in een dromerige jaren 70 stemming: Het Carolus ziekenhuis waar ik geboren ben, het klooster van Yayasan Gembala Baik, waar mijn moeder heeft gewoond tijdens haar zwangerschap en ook het weeshuis waar ik de eerste maanden verbleef als baby: Pondok-Pelangi.

Pondok Pelangi 1979

Sinds ik mijn moeder heb gevonden in 2019 zijn de emoties rond die plekken helaas een beetje verdwenen. Dat is ook wel een beetje logisch. Ik heb daarom het klooster niet meer bezocht sinds ik in Indonesië ben. Voor mijn moeder moet het verblijf in dit klooster trouwens niet zo prettig zijn geweest. Ze was verbannen door haar familie en ze leefde constant met de angst of ze wel weer geaccepteerd zou worden als de adoptie achter de rug was. Nog steeds is alles niet duidelijk en bestaan er verschillende versies van haar verhaal. Wanneer alle informatie boven water is, vertel ik jullie misschien meer hierover. Ik vind het een dappere stap van mijn moeder om als moslima je lot volledig in handen te leggen van Ierse nonnen. Zij waren toen in die tijd nog bijna de enige vrouwen met sluiers in Indonesië. Ik vraag me af hoe het dagelijks leven daar is geweest. Hoewel het klooster een vredige uitstraling heeft met veel mooie plantjes, moet het als een gevangenis hebben aangevoeld, doordat het complex volledig is afgesloten en omringd met muren en hekken. Het klooster fungeert nu nog steeds als een ‘blijf-van-mijn-lijf’ huis voor vrouwen en hun kinderen. In 2019 ben ik met mijn moeder terug geweest om te proberen alles een plek te geven. Ik hoop dat ik haar hiermee heb geholpen. Het Carolus ziekenhuis is nog steeds een ziekenhuis, sterker nog het is het beste ziekenhuis van Jakarta. Op de plek van de kraamafdeling is nu een foodcourt. Voor mijn moeder moet het op die plek vooral een traumatische ervaring zijn geweest. Een bevalling zonder steun van dierbaren, waarbij ze mij niet eens heeft kunnen zien. Op de plek waar de kraamkamer was is nu een dim sum restaurant. 

Jakarta vroeger

Pondok-Pelangi was ik eigenlijk al bijna vergeten. Tot het moment dat ik een afspraak had in een kantoor aan de Jl Gatot Subroto. Dit is een belangrijke verkeersader in Jakarta met kantoren van grote internationale bedrijven en overheidsgebouwen. Ik was daar bij een klant om een consultancy opdracht binnen te halen. Toen ik tijdens die vergadering op de 44e verdieping uit het raam keek, schoot plotseling een beeld door mijn hoofd uit de jaren 70 film van mijn vader. Van een wandeltocht die mijn ouders met mij maakten door de straten rond Pondok-Pelangi. Tijdens een korte pauze stuurde ik mijn Nederlandse moeder een bericht om achter de straatnaam van Pondok-Pelangi te komen want die was ik vergeten. Gelukkig kende mijn moeder het adres nog uit het hoofd. 44 Jaar geleden moesten mijn ouders bij het ontbreken van Google Maps de complete route van het gastgezin, de familie Pieters, naar het weeshuis uit hun hoofd leren. Jalan Kebalen 5 No.32. J. En inderdaad, Pondok Pelangi lag in de schaduw van het kantoorgebouw waar ik op dat moment was.

Pondok Pelangi

Jalan Kebalen 5 is een van de 6 straten in de buurt die dezelfde naam dragen. Deze straten lopen parallel aan elkaar. De Kebalen buurt is een nette buurt met veel groen en grote huizen. Ogenschijnlijk heerst hier geen armoede. Dat is niet te zeggen van de buurt die in de westelijke richting naar de JL. Gatat Subroto ligt: De Poncol buurt. Ook een buurt met zes straatjes parallel lopend aan elkaar met een totaal andere sfeer. De huizen daar zijn kleiner en staan veel dichter op elkaar. Deze buurt heeft de pech ingesloten te zijn door twee rivieren. Overstromingen zijn een bekend probleem in Jakarta en aan de schade aan de huizen te zien wordt deze buurt bij hevige regenval niet gespaard. Het is er smerig en het lijkt een stuk armoediger. Een warung uit deze buurt werd bekend op Instagram vanwege een handige verbinding om lunch door te geven aan de kantoorgebouwen aan de Jl Gatot Subroto aan de andere kant van de rivier. Alle wegen leiden naar eten in Indonesië. 

Jakarta

Aan de noord - oostkant van de Kebalen buurt ligt het Senopati gebied, genoemd naar de gelijknamige Jalan Senopati. In dit gebied vind je de duurste en meest exotische restaurants van Jakarta. Zo is er een Baskisch Tapas restaurant, een Italiaanse Osteria. Van het geld dat ik betaald heb voor de Bistecca, gegeten bij Nona Bona in de Ashta 8 mall, kan mijn Indonesische moeder in Rangkasbitung een maand leven. In deze buurt bij een vestiging van % ‘Arabica’ heb ik denk ik ooit een artikel geschreven. Dit artikel schrijf ik echter vanuit After-One koffiebar in Kuala Lumpur, de bar ligt op nog geen kilometer afstand van de Petronas Towers. Ik wacht hier op mijn vliegtuig terug naar Jakarta nadat ik een sollicitatiegesprek heb gehad. Ik denk niet dat ik hier wil werken want ik heb een te sterke voorkeur voor Jakarta. Ondanks het feit dat iedereen hier Engels praat, het er veel schoner en veel georganiseerd is, het eten er gezonder en gevarieerder is en de kosten om er te wonen niet eens veel verschillen met die van Jakarta, zou ik de ongebreidelde chaos van en het karakter van de Indonesiërs te veel gaan missen. Een Maleisiër is een Indonesiër die niet lacht, dat zegt genoeg. De menukaart van After-One is fantastisch. Aan de taco’s gevuld met gemarineerde shiitakes blijkt alles te kloppen. Van de eigen gemaakte taco’s tot aan de verse salsa van groene tomaten paprika en de dip van geroosterde pinda’s met een heerlijke rokerige smaak. De koffie is eveneens geweldig. Ik heb helaas wel de meest hippe plek uitgekozen om 3 uur te wachten op mijn vliegtuig. Het zit hier vol met luidruchtige, opgepompte Russen.

Terug in het Russen vrije Senopati gebied in Jakarta. Aan de Jalan Kertanegara ligt een klein concertgebouw tevens muziekstudio waar klassieke muziek wordt opgevoerd. Ik heb hier een recital bijgewoond van Caitlin Wiranta, een getalenteerde pianiste van eigen bodem. Ze speelde heel erg strak en met veel overtuiging uit werk van Liszt, Rachmaninoff, Chopin en Bach en ging in haar toegift los met City of Stars uit de musical La La Land. Voor mij had dat niet gehoeven. Hoewel een kaartje nog geen 6 euro kostte, waren er in het gemêleerde publiek toch veel rijke mensen. Nieuwe rijken zijn in Indonesië goed te onderscheiden van oude rijken. De nieuwe rijken hangen zich vol met potsierlijke, fashion statements ver over the top, waaronder opzichtelijk designer tassen, en te grote horloges, de oude rijken herken je niet totdat ze aan het eind van het concert in een Rolls Royce stappen. Wie een concert met klassieke muziek wil bijwonen (of überhaupt een concert) moet goed zoeken op het internet. In Jakarta is er volgens mij niet zoiets als een goede gemeenschappelijke concertagenda. De websites van de verschillende concertorganisatoren zijn tenenkrommend slecht georganiseerd. 

Jakarta rivier

Vanaf het Senopati gebied in de richting van het Kebalen gebied kom je ten hoogte van Blok S bij een voetbalveld. Hier ben ik ooit getuige geweest van hoe honderden leden van de PDI-P aan het repeteren waren voor de ceremonie ter ere van het 50ste jubileum van deze politieke partij. De PDI-P is de partij van Megawati, de dochter van de eerste president Soekarno. Het was een kolkende massa van lachende dames gekleed in de partijkleuren rood met zwart, die op commando’s vlaggen opstaken en in een bepaalde richting liepen. De slechte belichting en de commando’s klinkend uit krakende en piepende speakers leverden een geweldige setting op. De regisseur had veel moeite om boven de gezelligheid uit te komen, en ik weet niet of het met de uitvoering goed gekomen is.  In Indonesië gaat gezelligheid boven orde. Dat zeg ik eigenlijk verkeerd, want aan de rand van het voetbalveld werden snacks verkocht. Dus Indonesië gaat eten boven gezelligheid, daarna komt orde. 

Na het voetbalveld steek je Jalan Senayan over en kom je in het Kebalen gebied, de buurt waar Pondok-Pelangi ligt. Sorry voor de omweg. In 40 jaar lijkt hier niet veel veranderd. Het ziet er eigenlijk nog net zo uit als in het filmpje van mijn vader uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De smalle wegen lopen naar het oosten omhoog. Ze zijn bewust onbegaanbaar gemaakt voor zwaar motorverkeer. Hoge verkeersdrempels ontnemen al het rijplezier. Hierdoor is de buurt wel lekker rustig. Na negen uur ’s avonds gaat de poort dicht voor al het verkeer. Je kan de buurt dan alleen ter voet betreden. Het valse plat, gecombineerd met het broeierige klimaat maakt een rondje door de buurt best wel een opgave. 

Aan de rand van de buurt loopt de Kali (rivier) Krukut. Aan de afdrukken op de kade muren kun je zien dat het waterpeil hier aardig hoog kan komen in het regenseizoen. Door de thermiek en de ruimte bij de rivier laten veel kinderen er hun kleine zelfgemaakte papieren vliegertje op. Ik vind dat een van de meest aandoenlijke schouwspelen waar je getuige van kan zijn in Indonesië. Het gaat erom wie het hoogste kan komen of wie het langste de vlieger in de lucht kan houden of, wie de andere vliegers uit de lucht kan halen. Overal in Indonesië vind je de verdwaalde papieren vliegertjes van de verliezers. Breekt de lijn dan wordt er hard gelachen en stuift de eigenaar in de richting van de vermoedelijke crashsite om de schade te beperken. Als de vlieger in het water komt is dat dikke pech. Meestal zijn het jongetjes die vliegeren. Het tafereel wordt gadegeslagen door giechelende meisjes. Sommigen zijn nog half in school uniform gestoken. De rolverdeling lijkt strikt. Jongens vliegeren, meisjes kijken ernaar. 

In de klungel die voor mij een vlieger oplaat herken ik veel van mijzelf. Te eigenwijs om te kijken hoe anderen hun vliegertje oplaten en het patroon op het vliegertje is half afgemaakt. De inkt of de focus was op. Hij heeft niet echt een strijdplan om de vlieger in de lucht te krijgen want hij lijkt maar wat aan te klungelen. Zijn ogen zijn ook veel te dromerig. Zijn jongere zusje moet hem aanwijzingen geven wanneer hij het touw strak moet trekken of juist moet laten vieren. De vlieger komt niet hoog. Als anticlimax laat hij het touw uit zijn handen glippen. De vlieger belandt op nog geen 10 meter verderop in het water. Zijn zusje, die graag trots op hem had willen zijn, kijkt geïrriteerd de andere kant op. In Indonesië laten elke dag duizenden jochies zo hun vliegertjes op. Het lijkt alsof ze niet meer nodig hebben om zich te vermaken. Schijn bedriegt want YouTube en Toktok wachten in de broekzak. 

Pondok-Pelangi ligt niet zover van de rivier af. Ik ben in 1995 terug geweest met mijn ouders op Rootsreis en in 2003 een keer alleen. Het oorspronkelijke gebouw stond er toen nog maar is inmiddels vervangen door een gedrocht van een woonhuis. De huidige eigenaren, waarschijnlijk niet de bouwers van het huis, onderkennen het esthetische probleem en hebben het gebouw vol gehangen met plantjes. Op het moment van mijn bezoek zijn de eigenaren niet thuis. Een bezoek leek me ook de moeite niet waard omdat er nog maar weinig over is van de oorspronkelijke bouw. Ik heb een kort praatje gemaakt met een buurman van rond de 50, die van jongs af aan in de wijk woont en waarschijnlijk ook z’n vlieger boven de kali heeft opgelaten. Hij kon zich nog de vele buitenlanders herinneren die hier hun geadopteerde kindje kwamen ophalen. Net een babyfabriek grapt hij me toe. Alsof je een Tesla komt afhalen bij de fabriek. 

Wat zou het geweldig zijn om ooit het huis op nummer 32 te kopen en het gebouw in oude staat te herstellen. Ik zou er een klein museumpje van maken om aandacht te geven aan het leed dat is ontstaan bij alle wantoestanden rond adoptie en er zoveel mogelijk informatie bij elkaar willen brengen over adoptie gevallen, dit voor diegenen die nog op zoek zijn. Daarnaast zou ik heel graag voorlichting willen geven aan de huidige generatie Indonesiërs (vooral vrouwen) die hun geluk willen beproeven over de grens.  

In mijn vorige blogs heb je nog niet veel kunnen lezen over hoe ik nu over adoptie denk. Vind ik het wel zo’n goed om een kind uit een andere cultuur, met een andere huidskleur in een andere omgeving te plaatsen? Ik heb hier zelf een dubbel gevoel bij. Ik heb liefdevolle ouders in Nederland, een goede opleiding kunnen afronden en een mooie carrière kunnen maken. Maar nu ik hier al wat langer in Indonesië verblijf, denk ik dat ik me hier ook prima had gered. Het leven in Indonesië zou zwaar zijn geweest vol met uitdagingen maar het zou wel een leven zijn geweest zonder de meedogenloze confrontatie met racisme en de diepe worsteling met mijn identiteit die daaruit voortkwam. Ik denk dat het voor Nederlandse ouders lastig is om veel situaties waarbij racisme voorkomt te herkennen. Ik weet ook niet of er vooraf genoeg voor dit scenario is gewaarschuwd en ouders hier genoeg op zijn voorbereid. Ik heb me vaak onbegrepen gevoeld en het heeft me gevormd zoals ik nu ben. Ik ben hier en daar wat verbitterd en wantrouwig en ik heb vaak het gevoel dat ik problemen alleen zelf kan oplossen omdat niemand me toch begrijpt. Het kost me nu nog veel tijd. Vergeef me voor de negatieve ondertoon van de laatste alinea. We zijn aan het eind van het verhaal over deze buurt en Pondok-Pelangi. 

Ik hoop dat iedereen die vanuit deze plek naar zijn of haar adoptie bestemming is vertrokken het goed heeft. Gelukkig kan ik bij Pondok-Pelangi vooral terugdenken aan de mooie dingen in het leven. Want ondanks dat de nostalgie een beetje vervlogen is, blijft deze plek speciaal voor mij. Ik heb vele lotgenoten ontmoet die ook in Pondok-Pelangi hebben gezeten, waaronder de moeder van mijn dochter! 

Voor diegenen die voor het eerst terugkeren naar Indonesië en een wandeling willen maken langs plaatsen die soortgelijke emoties oproepen zoals ik heb bij Pondok-Pelangi heb ik nog een tip. Je ervaring zal het meest mindful zijn als je dit in je eentje doet. Jouw misschien blanke of gemixte entourage trekt misschien niet de juiste aandacht en de energie die niet nodig is om de beste indruk van deze plekken te krijgen. Geef jezelf een klein uurtje om de omgeving in je op te nemen en te beseffen wie je zelf bent en waar je bent. Vergeet niet het liedje City of Stars uit de musical La La Land op te zetten.

In mijn volgende blog beschrijf ik de dynamiek van mijn Soendanese familie. Mijn moeder heeft 9 broers en zussen en ik heb 32 neefjes en nichtjes. Hoe zijn de onderlinge verhoudingen?

Foto’s

Jouw reactie